Filmpjes

Hoi,
Hier ben ik weer.
Ik heb deze pagina gevuld met leuke filmpjes en songteksten van de meest belangrijke en leuke liedjes van Oeteldonk.

Iedereen vindt deze filmpjes leuk en daarom zijn ze beschikbaar voor alle groepen. Als ik andere leuke filmpjes vind zal ik de pagina aanvullen/veranderen. Dus kijk regelmatig!

Oeteldonks volkslied

1e couplet
O pronkjuweel van heel deez aard
Ons dierbaar Oeteldonk
Door niets en nimmer evenaard
Geen naam die schooner klonk (bis)
Waar is op gansch het wereldrond
Een watervrij moeras
Zoo schoon als waar ons wieg eens stond
De Oeteldonkse plas? (bis)

2e couplet
Wat vruchtb’re akkers, rijk beplant
Met knollen en radijs,
En bergen van het schoonste zand
In ’t Noordbrabantse Paradijs ! (bis)
Een wijs bestuur, dat spreekt vanzelf,
Voegt aan zo’n lustwarand
De Oeteldonkse Raad van Elf
Wordt gek haast van verstand. (bis)

Solo
Prins Carnaval, ons aller Vorst
Voor U zij onze zang!
O, blijv’ voor Oeteldonk gespaard! (3x)
Nog vele jaren lang.
Als gij U aan uw volk vertoont,
Gaat er een juichkreet op. (bis)
Dan is er feest in Oeteldonk,
‘t is feest (bis)
De vreugde stijgt ten top.

3e couplet
En eens in ’t jaar met Carnaval
Viert men met zang en glas,
Een jolig, prettig narrenfeest
In ’t watervrij moeras. (bis)
Bescherm, O Prins, de Carnaval,
Dit Oeteldonkse feest,
Dan heerst er vreugde overal
Naar lichaam en naar geest. (bis)

Liedje veur de prins

Refrein:
Dit is ut liedje veur de Prins
Da gaan we zingen met z’n allen
Van je rom-bom-bom op de dikke trom
Van je ret-tet-tet op de schuiftrompet
We hebben allemaal zo’n goeie zin
En we houwe de moed er in.

Couplet 1
Hoogheid gij bent hier veur ons apart
Daarom ga ik maar meteen van start
Iedereen houdt toch van jou het meest
Welkom bij ons op ut feest

Couplet 2
Hoogheid ik veind oe un knappe vent
Fijn da ge nou toch weer bij ons bent
Da is voor ons wel een grote eer
Dus zingen wij nog unne keer

Jubileumlied 121 jaar Oeteldonk – Ooit

Je hoeft niet groot te zijn om te weten
dat we Oeteldonkers zijn
Met onze wortels in de schoot van het moeras
Toe laat me later als ik groot ben
als mijn ouders zijn
Met pet en kieltje en een rood-wit-gele das

Ooit… zijn wij allen samen
Ooit… dan staan wij hand in hand
Met die niet te tellen namen
Boeren, bouwers, peer of muzikant
Eert hen die ons vermaakten
Steeds in dienst van het geheel
Nooit hun levenswerk staakten
Ieder gaf zijn eigen deel

Ik droom als een Oeteldonker alle handen in elkaar
Wordt het licht voor eeuwig donker dan zijn al die mensen daar

Ooit zijn wij allen samen
Ooit… dan staan wij hand in hand
Met die nooit vergeten namen
En dan ongeacht hun rang of stand
Weet zonder echt te weten
Gij zult oogsten wat ge zaait
En wij mogen nooit vergeten
Waar ons Oeteldonk op draait

Ooit… zijn wij allen samen
Ooit… dan staan wij hand in hand
Met de allergrootste namen
Amadeiro’s met hun adjudant
Meer dan een mensenleven
Stonden zij steeds voor ons klaar
Eeuwig zijn zij trouw gebleven
Honderdeenentwintig jaar

De top 11 liedjes van de Top 11 x 11 van 2020

Nummer 11

Ho Stop!

Couplet

Twaolf maonden, klaoge, ut sukkelt ammaol deur.
Bonje op zun werruk, veur de deur de geur van sleur.
Aon de taofel zit ik altèd meej mun èrrepels al klaor.
‘k Zie um buiten, prak zun spruiten en snij zunne tartaor.
‘k Ben zo klaor meej die ellènde, veind dus ene keer per jaor
Un memmèntje om te stoppe, èfkes ginne Bosschenaor.

Refrein
Ho stop! Alles begint te draoie
Ho stop! Boeren en durskes zwaoie.
Kom op, kiel aon en word wir boer.
Ut zijn de Oeteldonkse daoge lach, geniet… en bambesjoer
(bis)

Couplet
Sleur is veur gewôône mensen, nèt as èrrepels meej jus.
Ut heurt d’rbij ut is ut leve, vrij vertaolt ut hier en nu.
En van glitters, fèlle kleure, krijg ik pijn aon munne kop.
Mensen schittere is simpel, ‘k leg ut uit let maor eens op.
Gif oe over, ene keer, ik geniet ’r zo van.
Beste boeren, lieve durskes, draoi ut om zo lang ut kan

Nummer 10

Gevat deur dun driek

Couplet:
Ik stal confetti veur de keinder
Serpentines veur mun vrouw
Op heterdaod werd ik gegrepen
Daorvan heb ik nou berouw
Ik kek naor Knillis op un  plaotje
Mun hart zit vol mee rood wit geel
Die grote boer, mun held, mun maotje
Veur mij gin Oeteldonks toneel

Refrein:
Ik ben gevat deur dun driek, hij heet me opgesloote
elluf joare lang mun leven naor de klote
Ik ben gevat deur dun driek, moet dit pakaon.
Ik krijg allenig nog maor brood en un bietje waoter
Ut veurdeel daorvan is: hier hedde nooit gin kaoter.
Ik ben gevat deur dun driek, wa un bestaon

Couplet:
Mun meske danst nu mee un ander
Mee un  Henkie of un kruk
Ik mis mun vrienden en mun natje
en van binnen gaoi ik stuk
Heel vaok denk ik aon ontsnappen
Maor da heet hillemaol gin zin
Mee da pak wa ik nouw aon heb
Kom ik toch dun  kroeg nie in

De top 11 liedjes van de Top 11 x 11 van 2020

Nummer 9

Bij ons staat op de keukendeur

Bij ons staat op de keukendeur
Het is niet altijd rozengeur
En mijn vader schreef op ‘t behang
Lekker is maar ene vinger lang
En op de deur van ‘t buffet
Daar heeft mijn moeder opgezet
En wat er bij ons ook ooit gebeuren zal
We vieren altijd carnaval

Iedereen die jaagt en jakkert, niemand heeft nog tijd
Voor de lol of de gezelligheid
Ze leven op de pil, de poeier en ‘t medicijn
Tot ze allemaal mesjokke zijn
Maar ‘t is carnaval
En je hoort overal

Bij ons staat op de keukendeur
Het is niet altijd rozengeur
En mijn vader schreef op ‘t behang
Lekker is maar ene vinger lang
En op de deur van ‘t buffet
Daar heeft mijn moeder opgezet
En wat er bij ons ook ooit gebeuren zal
We vieren altijd carnaval

Vader heeft weer ruzie met de chef van ‘t’ fabriek
Moeder sukkelt met de encycliek
De buurvrouw van beneden heeft ‘r weer een kleintje bij
Want ze slaapt op d’r verkeerde zij
Maar ‘t is carnaval en je hoort overal

Bij ons staat op de keukendeur
Het is niet altijd rozengeur
En mijn vader schreef op ‘t behang
Lekker is maar ene vinger lang
En op de deur van ‘t buffet
Daar heeft mijn moeder opgezet
En wat er bij ons ook ooit gebeuren zal
We vieren altijd carnaval

Bij ons staat op de keukendeur
Het is niet altijd rozengeur
En mijn vader schreef op ‘t behang
Lekker is maar ene vinger lang
En op de deur van ‘t buffet
Daar heeft mijn moeder opgezet
En wat er bij ons ook ooit gebeuren zal
We vieren altijd carnaval

Nummer 8

Ut RÔÔD WIT GELE GOUD

Tijdens Intro Gesproken:
Kind: “Ome ….., waarom zijn de Oeteldonkse kleuren eigenlijk rood wit geel”

Ome: “Nou kijk. Oeteldonk da’s goud. En er zijn 3 kleuren goud: ROOD goud, WIT goud en GEEL goud.”

Couplet 1:
RÔÔD is RÔÔDnôdig
Un fèèst voor RÔÔD en klein
Want WITte hoe’k da WIT
Nou WITte geit ôk, WIT is fijn
Niks is ons te GEEL
G(eh)EEL onthouders zijn we nie
Ik krijg een kleur as ik die kleure
Deur mun gekleurde bril weer zie

Refrein:
RÔÔD WIT GÈÈL zijn de kleuren waar iedereen van houdt
‘t RÔÔD WIT GELE gebeuren is veur jong en ôk veur oud
In dit gRÔÔD WIT G(eh)ÈÈL wat zich ieder jaor ontvouwd
is iedereen verguld van ut RÔÔD WIT GELE Goud

Couplet 2:
RÔÔD is RÔÔDnôdig
’t is un fèèst voor RÔÔD en klein
Want WITte hoe ik da WIT
Nou WITte geit ôk, WIT is fijn
Niks is ons te GEEL
G(eh)EEL onthouders zijn we nie
Ik krijg een kleur as ik die kleure
Deur mun gekleurde bril weer zie

Refrein:’

Brug:
Binnenste buiten is het GÈÈL WIT RÔÔD misschien
Gooit oe handen in de lucht en laat jouw RÔÔD WIT GÈÈL mar zien

Refrein: (2X)

 

De top 11 liedjes van de Top 11 x 11 van 2020

Nummer 7

Ik zing veur jou

Normaal gesproken ben ik niet zonne vlotte.
Ik schaam me dood ik krijg een rooie kleur.
Maar eens per jaar dan heur ik bij die zotte.
Dan slaan bij mij weer alle stoppen deur.
Ik ga op zuuk maar niet naar een gewone.
Naar iets aparts daar kunde van op aan.
Ik ga op zuuk naar een Oeteldonkse schone.
En doe gewoon, net als een sopraan.

Ik zing veur jou, alle sterren van dun hemel.
En zet veur jou, de hele wereld op zijn kop.
Ben ik met jou alleen, dan veul ik alles zweven
En mun geluk kan diejen dag dan niet meer op.
Ik zing veur jou, alle sterren van dun hemel.
En ga veur jou zelfs deur het vagevuur.
Ben ik met jou alleen, dan wil ik alles geven.
Mee hart en ziel tot aan het laatste uur.

Ge kunt toch zien dat Oeteldonk een mens verandert.
D’r is geen ziel, die gij dan nog herkent.
Want veur ge het wit vuulde gij oe al een ander.
Vooral als gij een echte Oeteldonker bent.
Deur de muziek, gaat alles sneller kloppen.
En ge veult oew eige net een Don-Juan.
Als ge begint bende echt niet meer te stoppen.
Doe net als ik, zing als een sopraan.

Nummer 6

Lekker lôpe

Refrein:
Lekker lekker lôpe. Van cafeetje naar café, we vatten er één, we vatten er twee.
Lekker lôpe. We lopen vol, we lopen weg, we lopen vast. We lopen deur. (2x)

Couplet:
Bende op de overloop, dan loopte alles overhoop.
Dan loop ik effe mee, dan lopen we samen mee zijn twee.
Ge loopt er achter iemand aan, en kek daar loopt een kraan.
En ik roep hé, loop maar lekker mee!

Couplet:
Kek daar loopt het buffet, loop maar in de ziektewet.
Dan loop ik effe mee, dan lopen we samen mee zijn twee.
Ge wou dat ge een loopneus kreeg, maar nee ge loopt nou leeg.
En ik roep hé, loop maar lekker mee!

Couplet:
Ge loopt de trappen op en af, het loopgips is er af.
Dan loop ik effe mee, dan lopen we samen mee zijn twee.
Het lopend vuurtje staat in brand, en kek daar loopt unne band.
En ik roep hé, loop maar lekker mee!

Couplet:
Wè! Een wandelende tak, die loopt daar lekker op ’t gemak.
Dan loop ik effe mee, dan lopen we samen mee zijn twee.
Soms denk ik dat ik binnenloop, maar ik ben een antiloop.
En ik roep hé, loop maar lekker mee!

De top 11 liedjes van de Top 11 x 11 van 2020

Nummer 5

Blèf bij mijn’

Blèf bij mijn, blèf bij mijn
Gij bent hi’maol mijn type, ik de haan gij de kiep Blèf bij mijn
Ge krègt gin spijt, nee, ge krègt gin spijt
Blèf bij mijn zonder spijt
Vanaf nu tot aon altijd

Oeteldonk is as ge rond kèkt, un gruwelijk paradijs
De éne is nog mooier mar gij wint de schôônheidsprijs
Want gij hèt gin bananenpak en ge houdt van brandewijn
En ge veindt da ge bij Knillis z’n begraofenis moet zijn
Hoe meer ik drink, hoe meer ik denk
Gij bent un lekker ding
Dan ga ik op mun knieës en ik zing:

De ene hèt zonne bontmuts, de ander héét unne pruik
De een die doet goed mee de ander is buiten gebruik
Ge hèt ze mee unne kiel of mee zo’n nette zwarte jas
Soms dan zijn ze èrrum soms goed in de slappe was
Hoe meer ik drink hoe meer ik denk
Gij bent un lekker ding
Dan ga ik op mun knieës en ik zing:

Nummer 4

Blauw

Couplet 1
Mûnne mens die is verschrikkeluk,
dûr is gin bal meer aon.
Heet platjes op zun kupke en ziet me nooit meer staon.
Hij zwit onder zun errum en laot winde op de bank.
Mar ik ben gek op boere, dè noem ik dank veur stank.
En ik, en ik en ikke wil wè meer.
Mar dan steelt hij mun hartje, méé zun boere kieltje aon.
Tis ellûf over ellûf, ut wordt tijd dè we wir gaon.

Refrein
Blauw, blauw, ik hou van jou.
Ene keer per jaor hillemaol gin gemauw.
Tis die boerekiel waor ik toch veur viel.
Weg uit dieje kooi gewôôn Vergimmes Mooi.

Couplet 2
Mûnne mens die bleft verschrikkeluk,
zit altijd in zun neus.
Hij was veur mij de enige, ik had mar weinig keus.
Ik ben bij um gebleve, ik blijf ‘um altijd trouw.
Want ik ben gek op boere, dè is waor ik van hou.
En ik, en ik en ikke wil wè meer.
Mar dan steelt hij mun hartje, méé zun boere kieltje aon,
Tis ellûf over ellûf, ut wordt tijd dè we wir gaon.

De top 11 liedjes van de Top 11 x 11 van 2020

Nummer 3

Veul liefs uit Oeteldonk

Couplet:
Ze zong un schlaoger van Tsjaikovsky,
op ut laotste IVC.
Mar ut orkest speelde Strawinsky,
en toen ging ze met me mee…
Anoesjka, Anoesjka,
vat de trein naar Oeteldonk,
want de wodka is op dronk.
Anoesjka, Anoesjka, ik heb helaos gin kaviaor,
mar de kikkerdril is gaor.
Anoesjka, Anoesjka,
ik bak veur jou un Russisch ei,
kom naor hier en blèf bij mij.
Anoesjka, Anoesjka,
leer mij dan, de Beretroika,
dan leer ik jou de Hoempapa.

Refrein:
Ik bouw veur jou een droompaleis,
un droompaleis… onder de Parade.
Dè wordt ons Oeteldonkski paradijs,
daor breng ik jou… un serenade.
Ik bouw veur jou un droompaleis,
waor ut Kremlin nie aon tippen kan.
Vol bloasmuziek en romantiek,
daor kredde echt… de Roebels van!

Couplet:
As ik ’s-avonds onder de wol-ga,
dan heb ik ut Siberisch koud.
Mar dan droom ik dat mun Anoesjka,
nog altijd van me houdt…
Anoesjka, Anoesjka, kosatsjek en de kazatsjok,
de taol is nie ut struikelblok.
Anoeskja, Anoesjka,
ik heb veur jou un boerenkiel,
Amadeiro geeft asiel.
Anoeskja, Anoesjka, mak van mun carnaval gin sov,
vraog verlov aon Gorbatsjov.
Anoeskja, Anoeskja,
leer mij dan de beretroika,
dan leer ik jou de Hoempapa.

Nummer 2

Ik ken munne mens nie veinde

refrein:
’t Is overal zo vol en ik kèn munne mens nie veinde
Ik wou de’k thuis zat bij dun hond en bij de keinder
’k Wor ziek van de muziek
van dè gejank, die stank van drank
Zat ik mar thuis, veur m’n buis
mee bei mun bene op de bank.

couplet:
Ik mocht vanaovund veur ut eerst un keer alleen op sjouw
Kees zee vol emansiepaosiedrift:alleen dè’s goed veur jou
Om acht uur ging ik lekker dur alleen vandeur
Un goeie babysit daor zurregt ons Kees wel veur
Nou ben ik minstens al een uur of drie op sjouw
Ik ken mun draoi  nie veinde, nee: alleen wè is dè nou?
’t Is zo heet en al dè zweet en niemand die ge kent
’k Hèb gewoon een bietje heimwee naor mun eigen vent
Mee duuzende om me heen
Vuul ik me zo alleen…

refrein:
’t Is overal zo vol en ik kèn munne mens nie veinde
Ik wou de’k thuis zat bij dun hond en bij de keinder
’k Wor ziek van de muziek
van dè gejank, die stank van drank
Zat ik mar thuis, veur m’n buis
mee bei mun bene op de bank.

couplet:
Een paor uur dweile en dan zouwe we mekaor wir zien
ik staoj hier op mun eentje al bekant sinds halluf tien
Misschien leet onze Kees wel dronken in een sloot
Of in het kanaol, gin zwemdiploma: Kees is dood
Of slaopt vanweges dronkenschap zun roes uit in un cel
Dus toch nog bij de pliesie, dè wou die altèd al
Of hij ging naor huis gegaan en toen… verrèk wie wit
Dè ’t ie mee dien babysit un bietje babysit.
Mee duuzende om me heen
Vuul ik me zo alleen…

refrein:

De top 11 liedjes van de Top 11 x 11 van 2020

Nummer 1

Ooit

Je hoeft niet groot te zijn om te weten
dat we Oeteldonkers zijn
Met onze wortels in de schoot van het moeras
Toe laat me later als ik groot ben
als mijn ouders zijn
Met pet en kieltje en een rood-wit-gele das

Ooit… zijn wij allen samen
Ooit… dan staan wij hand in hand
Met die niet te tellen namen
Boeren, bouwers, peer of muzikant
Eert hen die ons vermaakten
Steeds in dienst van het geheel
Nooit hun levenswerk staakten
Ieder gaf zijn eigen deel

Ik droom als een Oeteldonker alle handen in elkaar
Wordt het licht voor eeuwig donker dan zijn al die mensen daar

Ooit zijn wij allen samen
Ooit… dan staan wij hand in hand
Met die nooit vergeten namen
En dan ongeacht hun rang of stand
Weet zonder echt te weten
Gij zult oogsten wat ge zaait
En wij mogen nooit vergeten
Waar ons Oeteldonk op draait

Ooit… zijn wij allen samen
Ooit… dan staan wij hand in hand
Met de allergrootste namen
Amadeiro’s met hun adjudant
Meer dan een mensenleven
Stonden zij steeds voor ons klaar
Eeuwig zijn zij trouw gebleven
Honderdeenentwintig jaar

Theme from ut Zuiderpark

(favoriet van de beheerder van deze website)

Refrein:
Kèk kèk kèk kèk kèk kèk kèk kèk nou us
daor lôpt unne gruwelijk grôte dinosaurus
hij is zo groot as Knillis, as Knillis op de mèrt
mee grunne pôte en un hille dikke stèrt

kèk kèk kèk kèk kèk kèk kèk kèk nou us
wè doet dieje gruwelijk grôte dinosaurus
hij lôpt te dansen maor och jao wa èrrug
op woensdagmèrrege moet ie t’rug naor dun Beekse Bèrrug

couplet 1:
staode bij de optocht mee oew keinder langs de kant
vierendertig waogens en unne mens uit Loon op Zand
na zes uur in de kou staon wilde eigenlijk nie meer
maor ge ziet unne grôte neus en denkt: ‘verrèk daor komt de Peer’
twee grôte oren en ôk nog unne hille grôte bek
ge denkt: Wè hèt de Peer de leste tijd unne dikke nek’
maor oew keinder roepen: ‘pa, da’s één de Dinosauria’

couplet 2:
staode mee oew keinder us gezellig in de kroeg
ge vat un glèske sinas want ut is nog veuls te vroeg
ge kèkt us naor dun dochter van mevrouw de kastelijn
ge denkt: ‘Hoe ken da mèske toch zo gruwelijk lilluk zijn?’
twee horens op durre kop en ôk unne grôte paardebek
zeven meter lang en ôk nog duuzend kilo spek
maor oew keinder roepen:’pa, da’s één de Dinosauria’