Het Oeteldonks Volkslied

Wat is Oeteldonk zonder eigen Oeteldonks volkslied!
Het Oeteldonks volkslied wordt gespeeld en/of gezongen tijdens officiële Oeteldonkse gebeurtenissen. Het is in 1884 geschreven door Driek Pakaon.
Het Oeteldonks volkslied is opgebouwd uit drie coupletten, waarvan in de praktijk meestal alleen het eerste wordt gezongen, zoals dat meestal het geval is bij Volksliederen. Het is gebruikelijk dat het volkslied wordt gezongen door de duizenden boeren en durskes op zondagochtend, wanneer de Prins wordt ontvangen op Oeteldonk Centraol.
Driek Pakaon sluit af met een driewerf “Leve de prins”. Wanneer de prins en zijn gevolg ergens komen, is het gebruikelijk dat het lied wordt gezongen.
Zing dus uit volle borst mee en vergeet niet je hoofddeksel af te zetten!

Het Oeteldonks Volkslied

1e couplet
O pronkjuweel van heel deez aard
Ons dierbaar Oeteldonk
Door niets en nimmer evenaard
Geen naam die schooner klonk (bis)
Waar is op gansch het wereldrond
Een watervrij moeras
Zoo schoon als waar ons wieg een stond
De Oeteldonkse plas?

2e couplet
Wat vruchtb’re akkers, rijk beplant
Met knollen en radijs,
En bergen van het schoonste zand
In ‘t Noordbrabantse Paradijs ! (bis)
Een wijs bestuur, dat spreekt vanzelf,
Voegt aan zo’n lustwarand
De Oeteldonkse Raad van Elf
Wordt gek haast van verstand. (bis)

Solo
Prins Carnaval, ons aller Vorst
Voor U zij onze zang!
O, blijv’ voor Oeteldonk gespaard! (3x)
Nog vele jaren lang.
Als gij U aan uw volk vertoont,
Gaat er een juichkreet op. (bis)
Dan is er feest in Oeteldonk,
‘t is feest (bis)
De vreugde stijgt ten top.

3e couplet
En eens in ‘t jaar met Carnaval
Viert men met zang en glas,
Een jolig, prettig narrenfeest
In ‘t watervrij moeras. (bis)
Bescherm, O Prins, de Carnaval,
Dit Oeteldonkse feest,
Dan heerst er vreugde overal
Naar lichaam en naar geest. (bis)